UNIEK GEZONDHEIDSONDERZOEK VOLGT 20.000 GENTENAARS GEDURENDE 20 JAAR

Een onderzoeksteam van het UZ Gent, de UGent, de Stad Gent en imec start deze week met de eerste interviews en staalafnames van een ongezien grote en lange studie. Hoofdonderzoeker prof. Marthe De Boevre: ‘We zullen 20 jaar lang Gentenaars van minstens 45 jaar opvolgen om de invloed van genen en omgeving op de gezondheid te onderzoeken. Deze maand starten we met de eerste 200 deelnemers, nadien breiden we uit tot 20.000. Gentenaars kunnen zich nu registreren op gezondheidsmonitor.gent.’
GEZONDHEIDSMONITOR
De Gezondheidsmonitor, zo heet het onderzoeksproject dat 20 jaar lang zal lopen. Prof. De Boevre legt uit: ‘Tegen 2050 zal 1 op de 3 Vlamingen 65 jaar en ouder zijn. Willen we de vergrijzing kunnen dragen en onze gezondheidszorg mee op maat laten evolueren, dan moeten we inzetten op preventie.’
‘Met de data van 20.000 Gentenaars willen we de toekomstige zorg verbeteren. Door de resultaten van genetische en omgevingsfactoren te combineren, krijgen we een uniek zicht op risicofactoren voor ziektes en leren we hoe we gezonder ouder kunnen worden. Zo komen we tot nieuwe inzichten, behandelingen en misschien zelfs geneesmiddelen.’
20.000 DEELNEMERS, 180.000 STALEN
De grootte van het onderzoek is ongezien. Maar liefst 20.000 deelnemers zullen 20 jaar lang opgevolgd worden. Ze zijn bij de start minstens 45 jaar oud en wonen in deelgemeenten van Gent: Wondelgem, Sint-Amandsberg, Gentbrugge, Zwijnaarde, Sint-Denijs-Westrem en Afsnee. De Gentse binnenstad neemt voorlopig niet deel omdat ze op het vlak van bevolkingsdichtheid minder representatief is voor de gemiddelde West-Europese burger.
In totaal zal het onderzoek 400.000 vragenlijsten en 180.000 stalen bloed, urine, haar, huid, stoelgang en speeksel opleveren.
‘In 2023 communiceerde Stad Gent al een eerste keer over de studie,’ vertelt prof. De Boevre. ‘Onmiddellijk meldden 200 deelnemers zich aan. Met hen zullen we nu opstarten. Daarnaast gaan we op zoek naar 19.800 andere deelnemers. We staan klaar met een website, brieven, folders enz. in negen talen. We willen zo inclusief mogelijk te werk gaan zodat iedereen vertegenwoordigd is in ons gezondheidsonderzoek.’
DEELNAME
Het onderzoek doorloopt verschillende stappen:
- Als je tot de doelgroep behoort, ontvang je in februari een boekje met uitleg over de Gezondheidsmonitor.
- Heb je interesse? Dan komt een onderzoeker thuis langs voor meer uitleg.
- Na toestemming vul je een vragenlijst in. Dat duurt in totaal 70 minuten, maar kan je spreiden over twee weken.
- Je krijgt een lichamelijk onderzoek in het UZ Gent of in een lokaal dienstencentrum, of een onderzoeker komt bij je thuis om enkele fysieke proeven en stalen van bijvoorbeeld bloed, urine, haar, stoelgang en speeksel af te nemen. Het onderzoek en de staalafname duren 40 minuten.
- Elke vier jaar nodigt het team je opnieuw uit voor een vragenlijst en lichamelijk onderzoek.
DATAVERWERKING
De Gezondheidsmonitor versleutelt de identiteitsgegevens. Gegevens van de vragenlijsten, lichamelijke tests en biologische stalen worden zo veilig opgeslagen in de biobank van het UZ Gent en de server van de UGent.
Prof. De Boevre: ‘Het onderzoek duurt 20 jaar, maar om de vooruitgang in wetenschappelijk onderzoek over dit thema te versnellen, zullen we regelmatig resultaten delen met de deelnemers en andere onderzoekers.’
‘We geven individuele deelnemers telkens een rapport mee van de fysieke proef zodat ze het kunnen bespreken met hun vertrouwde huisarts als ze dat wensen. Deelnemers die op voorhand toestemming geven, informeren we ook over sterk afwijkende resultaten als we plots een aandoening zouden opmerken die de deelnemer nog niet kende, maar die wel behandelbaar is.’
PARTNERS
Een team van meer dan dertig experts van het UZ Gent, de UGent, Stad Gent en imec waakt over de Gezondheidsmonitor, elk met een eigen kijk op verouderen, elk met een eigen expertise over hoogstaand onderzoek.
Dezelfde organisaties brengen de belangrijkste financiering samen voor het onderzoek. Extra financiële steun is welkom via het Universiteitsfonds.
Karlien Wouters